Garanties van Oorsprong worden uitgegeven door CertiQ voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen en Vertogas voor gas uit hernieuwbare bronnen. Beide zijn dochterondernemingen van TenneT respectievelijk Gasunie. De verstrekking van Garanties van Oorsprong voor elektriciteit en warmte uit hernieuwbare bronnen heeft een wettelijke basis in art. 15 van de Richtlijn voor Hernieuwbare Energie (2009/28/EG, PB L140/16). Deze grondslag ontbreekt echter voor de verstrekking van gas of warmte uit hernieuwbare bronnen.
Op 5 december 2012 heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een wetsvoorstel gepubliceerd (kst. Tweede Kamer, 33 493, nr. 2). Het betreft een verzamelwet waarbij er gevolg wordt gegeven aan de wetgevingsagenda STROOM. In dit wetsvoorstel geeft de Minister te kennen dat het wenselijk is om in het kader van de SDE+ een eenduidige regeling te hebben voor het certificeren van duurzame energie.
In navolging van de Rechtbank Arnhem (LJN: BN4058) stelt de Minister dat een Garantie van Oorsprong gekwalificeerd moet worden als een publiekrechtelijke rechtshandeling gericht op rechtsgevolg. Iedere uitgifte van een Garantie van Oorsprong is derhalve een besluit in de zin van de Awb, waartegen dus ook de publiekrechtelijke rechtsbescherming openstaat. De Minister draagt zelf de verantwoordelijkheid voor de certificering en draagt deze bevoegdheden over aan niet-ondergeschikten middels een mandaat. Netbeheerders van het elektriciteitsnet en het gastransportnet worden verantwoordelijk voor de certificering van de productie-installatie op wiens net de installatie is aangesloten. De Warmtewet kent geen netbeheerder en draagt deze taak op aan het meetbedrijf.
(bron: kamerstukken Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, 33 493, nr. 2 en 3)