Iedereen wil wel een bijdrage leveren aan het bereiken van de Europese en landelijke energiedoelstellingen. Dagelijks is er nieuws over hernieuwbare energiebronnen, over duurzame energie en over het feit dat doelstellingen en verwachtingen niet worden gehaald. Vaak zijn wettelijke regelingen, juridische haken en ogen, een storende en beperkende factor, maar de uitzondering bevestigt de regel. Een warmteplan biedt voor gemeenten juist uitkomst.
Voor verwarming van gebouwen of voor de warmtapwatervoorziening, worden steeds vaker distributienetten voor warmte aangelegd, zoals een stadsverwarmingssysteem of een klein wijk- of buurtverwarmingsnet. Zo’n warmtenet wordt bijvoorbeeld gevoed met restwarmte van lokale industrie. Er liggen veel kansen om gezamenlijk duurzaamheidsambities te realiseren.
In de op 2 april 2015 gepubliceerde warmtevisie heeft minister Kamp uiteengezet dat er een steeds belangrijkere rol voor warmtenetten zal zijn weggelegd.
Een warmteplan is voor gemeenten een effectief middel om haar milieudoelstellingen te bereiken. Hoewel er al een aantal gemeenten met een warmteplan werken, blijken veel gemeenten dit nog niet te doen. Reden hiervan kan zijn dat de gemeente in goed onderling overleg met alle betrokkenen bij een gebiedsontwikkeling tot afspraken wil komen. Dat is natuurlijk een goed streven. Toch is soms het opleggen van een verplichting nodig om duurzaamheidsdoelstellingen te halen; bijvoorbeeld ten aanzien van de verplichting van potentiële gebruikers om zich te laten aansluiten op een warmtenet, i.p.v. te verlangen dat zij op een gasnet worden aangesloten. Zou dat niet verplicht worden, dan loopt men het risico dat er te weinig aansluitingen gerealiseerd worden, waardoor de exploitatie van een dergelijk warmtenet niet rendabel te maken is. Is er een warmteplan vastgesteld dan is aansluiting op dat net beter af te dwingen. Zonder aansluitplicht komen rendabele warmtenetten niet goed van de grond.
Bouwbesluit 2012
In artikel 1.1 lid 1 Bouwbesluit 2012 (aangepaste versie 2013) is de definitie van een warmteplan opgenomen. De vorm van het plan is vrij, maar er worden wel eisen aan het plan gesteld. Het is een besluit van de gemeenteraad over de aanleg van een distributienet in een bepaald gebied. In het plan wordt aangegeven hoeveel aansluitingen er minimaal verplicht op het net moeten komen en voor welke periode het plan geldt. Verder wordt de energiezuinigheid en de bescherming van het milieu in het plan omschreven.
De individuele bouwer, particulier, die een omgevingsvergunning aanvraagt, kan nog aan de aansluitplicht ontkomen als hij met een “gelijkwaardig” alternatief komt. De gelijkwaardigheid wordt getoetst aan hetgeen in het warmteplan wordt beschreven ten aanzien van de energiezuinigheid en milieuvriendelijkheid.
Alleen de door de gemeente in het warmteplan genoemde voordelen van het warmtenet kunnen later aan individuele bouwers worden tegengeworpen. Als de voordelen van een warmtenet ten aanzien van de energiezuinigheid en bescherming van het milieu door de gemeente goed en gedetailleerd worden vastgelegd in een warmteplan, wordt het lastig om, met een beroep op de gelijkwaardigheid van het aangedragen alternatief, onder de aansluitplicht uit te komen.
Minister Kamp wil de Warmtewet, die nu pas een jaar van kracht is, vervangen door een volledig nieuwe wet. Wij houden de ontwikkelingen bij.
Indien u meer over dit onderwerp of een ander energie gerelateerd onderwerp wilt weten, neem dan contact op met Margriet Schutte, Hans Koenders, Simone Pipping of Annelies Schwartz.