Wie te lang wacht met het innen van zijn vordering loopt het risico dat de vordering is verjaard. Hoe werkt de verjaring, wanneer is een (rechts)vordering verjaard en hoe kunt u een verjaring tegengaan? Hieronder vindt u een kort overzicht van belangrijkste regels.
Wat is verjaring?
Een verjaarde vordering is een vordering die niet langer in rechte afgedwongen kan worden. Wat overblijft, is een zogeheten natuurlijk verbintenis: een verbintenis die nog wel bestaat, maar niet met succes bij de rechter kan worden gevorderd. Betaalt de schuldenaar een verjaarde vordering, dan kan hij het betaalde niet met succes terugvorderen door na de betaling alsnog een beroep op verjaring te doen. De vordering is immers niet opgehouden te bestaan na de verjaring. Bovendien treden de rechtsgevolgen van de verjaring pas in op het moment dat de schuldenaar beroep doet op de verjaring.
Termijnen voor verjaring
De wet kent een algemene verjaringstermijn van twintig jaar. Voor de meeste (rechts)vorderingen geldt echter een kortere termijn, meestal van vijf jaar. De termijn van vijf jaar geldt bijvoorbeeld voor (rechts)vorderingen tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst, zoals het betalen van een geldsom of het leveren van een product. Bij een consumentenkoop verjaart de vordering van de verkoper (betaling koopprijs) al binnen twee jaar. Deze korte verjaringstermijnen van twee en vijf jaar beginnen te lopen op de dag nadat de vordering opeisbaar is geworden. Voor (rechts)vorderingen tot betaling schadevergoeding geldt ook een korte termijn, namelijk van vijf jaar. Deze termijn begint pas te lopen zodra de benadeelde bekend is geworden met zowel de schade als de aansprakelijke persoon.
Stuiting van de verjaring
Door de verjaring te stuiten voorkomt de schuldeiser dat zijn vordering verjaart. Een vordering tot nakoming of schadevergoeding kan worden gestuit door: (i) het instellen van een daad van rechtsvervolging (bijv. dagvaarden), (ii) een schriftelijke aanmaning, (iii) een schriftelijke mededeling of (iv) erkenning van de schuld door de schuldenaar. Door de stuiting gaat een nieuwe verjaringstermijn lopen, die in de regel even lang is als de oude termijn. Let op: in andere gevallen dan vordering tot nakoming of schadevergoeding moet de schuldeiser binnen zes maanden na de aanmaning een procedure beginnen om de verjaring te voorkomen.
De schriftelijke aanmaning of mededeling moet aan de daarvoor gestelde eisen voldoen. Zo moet de schuldeiser zijn recht op nakoming ondubbelzinnig voorbehouden. Verder moet er sprake zijn van een voldoende duidelijke waarschuwing aan de schuldenaar, zodat hij weet dat hij gegevens en bewijsmateriaal moet bewaren, omdat hij zich mogelijk tegen de vordering zal moeten verweren.
De stuiting moet verricht zijn voordat de verjaringstermijn afloopt. Rechters gaan hier streng mee om. Als een paar dagen te laat is gestuit, trekt de schuldeiser aan het kortste eind. Voor een voorbeeld zie de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 oktober 2014.
Voor vragen of meer informatie over dit onderwerp kunt u zich wenden tot Tim van Dijken